Diverse uitvoeringen 

De stukhoutketels zijn er in diverse uitvoeringen. Deze houtgestookte CV installaties (HDG F, Euro en Turbotec) zijn uitgevoerd met een rookgasventilator en een restzuurstofmeting in de rookgassen door middel van een Lambdasonde.

Het houtvergassen 

Al onze ketels werken op het bekende houtvergassingsprincipe met onder of achterwaartse afbrand, dat houd in dat de luchttoevoer in de eerste verbrandingskamer zo is geregeld dat alleen het onderste gedeelte van de houtvoorraad in deze kamer brandt. Als de complete voorraad van onder naar boven zou wegbranden dan kan men de hoeveelheid houtgassen die ontstaan niet nauwkeurig in de hand houden en zou een optimale naverbranding niet mogelijk zijn. Door de hoge temperatuur van deze verbranding zullen houtgassen ontstaan welke naar een naverbrandingskamer gezogen worden. In deze naverbrandingskamer welke geheel uit vuurvaste steen bestaat wordt extra zuurstof toegevoerd om deze gassen optimaal te laten verbranden. 

Grote vulruimte 

De stukhoutketels worden met de hand gevuld en hebben een grote vulschacht voor stukshout. Door deze voorraadruimte hoeven de ketels bij normaal gebruik slechts één maal per dag te worden gevuld met hout. Bij buitentemperaturen onder 5 graden kan dit wat vaker zijn. De goedkoop aangeboden ketels van andere merken hebben vaak een veel kleinere vulruimte waardoor ze meerder keren per dag gevuld dienen te worden. Let hierop bij de aanschaf van een houtgestookte CV-installatie.De stukhoutketels van HDG zijn al meer dan 35 jaar op de Duitse markt. Toestellen uit de HDG Bavaria serie van 25 jaar en ouder komen we zelfs op de Nederlandse markt regelmatig tegen. 

Lambdasonde 

Bij de stukhoutketels zijn de HDG F, de Euro, en de Turbotec uitgevoerd met een lambdasonde regeling. Deze sonde meet continue het zuurstofgehalte in de rookgassen. De luchttoevoer van de hoofdverbranding wordt door de rookgastemperatuur bepaald. De lambda sonde stuurt de hoeveelheid lucht voor de naverbranding. Door deze op de juiste overmaat te houden bereiken wij een optimale naverbranding. Hierdoor ontstaat een schone verbranding en een hoog rendement. Door het constant bijregelen van deze verbranding zijn wij dus in staat continu de verbranding te optimaliseren ook al liggen er verschillende houtsoorten door elkaar in de vulschacht of wisselt de houtvochtigheid. 

Retourwaterbescherming 

Door het toepassen van elektronisch geregelde retourwaterbescherming zijn onze ketels optimaal beschermd tegen condensatie bij te lage retourwatertemperaturen wat de levensduur uiteraard ten goede komt. Zonder goede regeling ontstaat er veel teervorming, een slechte verbranding en er zijn gevallen bekend waar na twee tot drie jaar de ketel van binnen totaal was doorgeroest. 

Waterbuffer 

Om er voor te zorgen dat het hoge ketelrendement van onze toestellen ook daadwerkelijk in de installatie tot zijn recht komt, plaatsen wij altijd een voldoende groot cv zijdig waterbuffer. Hierin kan de ketel de energie die in een complete houtvulling zit met een zo optimaal mogelijke verbranding opslaan. Het toestel kan zo met het volle vermogen zijn energie aan het buffer afgeven, zonder dat het gedurende de afbrand gesmoord hoeft te worden. Dit voorkomt vervuiling van de ketel en zorgt voor een veel geringere uitstoot van schadelijke stoffen en een veel hoger rendement. Het smoren van een verbranding staat gelijk met het vernietigen van de energie daar deze alleen via de schoorsteen afgevoerd wordt en niet aan de installatie afgegeven kan worden.